Wat ik zo mooi vind aan het plaatje op het kommetje voor me, is dat het verzonnen is. Een eendje dat een knuffel krijgt van een kabouter. Rien Poortvliet moet dat ooit bedacht hebben. Net zoals
iemand ooit bedacht dat een kommetje handig is om pap uit te eten. En als ik daar langer bij stilsta, besef ik hoeveel er verzonnen is.
Niet alleen grote dingen als telefoons, stoomlocomotieven, bruggen of boten, maar ook verhalen, muziek en schilderijen. Er is duizenden jaren zoveel verzonnen. Zelfs de manieren waarop we ons
leven inrichten zijn bedacht. Al dat verzinnen om tot leven, of om te overleven.
Misschien is verzinnen niet alleen creativiteit, maar ook een verlangen naar houvast. Naar een heilzame illusie die ons overeind houdt. Zouden we daarom een hemel hebben bedacht? Omdat we in
tijden van verdriet niet zonder een andere kant kunnen? Omdat we iets nodig hebben dat ons voortstuwt, zelfs als dat ons in een ratrace doet belanden? Of jagen we simpelweg een herinnering aan
geluk na?
En proberen we in dat verlangen te redden wat er te redden valt: een gezin, een relatie, onze gezondheid, ons leven, de muze. Of iets kwetsbaars en kleins, het kind in ons, een dakloze, een
vreemdeling, het licht. We strompelen voort en staan overeind. Ik kan er de vinger niet precies op leggen, maar ik geloof dat het niet zonder reden is verzonnen dat we stilstaan bij de wendingen
van het leven. Zoals de winterwende. Dat we op zoek gaan naar woorden en rituelen om het mysterie van leven vorm te geven. Het liefst iets wat echt is. Dat we dan willen vieren dat we in onze
alleenigheid verbonden zijn met elkaar en met alles wat ooit bedacht is. Als een zichzelf steeds herhalend geboortefeest.
Ik bedenk dit nu terwijl ik mijn pap eet en kijk naar de eend en de kabouter op m'n kommetje. Het kan ook anders zijn hoor, ik verzin ook maar wat.
Zalig Kerstfeest!