• Thuis & Agenda
  • D' Oale Folklaidjes
  • Webshop
  • Silvia
  • Schrijverij
  • Schilderwerk
  • The String Beans
09. augustus 2025

Saskia


Hoofdstuk één


Dat zij de populairste van de klas was, dat kon je zo zien. Ze had mooi golvend haar,  blauwe ogen die vonkelden als ik haar aankeek. Ze had altijd merkkleding aan van Oilily, Levi's of Lacoste. Haar vader was ingenieur en haar moeder hoofd van de verpleging in het ziekenhuis. Saskia was van alle meisjes in de klas de mooiste. Ze kon zingen en dansen. Alle jongens waren verliefd op haar, dat wist ik zeker, maar het deerde haar niet, want zij had het vanaf dag één haar oog laten vallen op mij.


Ze kwam in groep zeven bij me in de klas. Ze moest van de meester naast René zitten, bij het raam. Als ik naar links keek vanuit mijn tafeltje kon ik haar zien. Ze keek direct terug. In paniek heb ik haar op dag één niet meer aangekeken en in de pauze liep ik met een boog om haar heen. 


Het was onbegrijpelijk dat ze naar mij keek. Ik voelde me een loser. Ik moest een beugel, werd gepest, had nooit merkkleding aan en mijn vader werkte gewoon op de fabriek. Mijn moeder was huisvrouw, wat in de praktijk betekende dat ze mijn vaders rommel opruimde, zijn en onze was deed, het eten kookte. Dienstbaar was aan het gezin. Of mijn moeder ambities had buitenshuis daar werd door niemand naar gevraagd. We hadden een orgel thuis en dat vond ik niet stoer. Saskia speelde klassiek gitaar en harp. Ze was van een andere klasse had mijn moeder gezegd, maar ik wist niet wat dat betekende. Klasse. Ik kende het alleen van voetbal, want mijn broer speelt in de derde klasse en dat was best hoog.



Hoofdstuk twee


Dat ik gepest werd. Dat lag aan mezelf. Daar was ik van overtuigd. Ik was de enige in de klas die katholiek was. De rest van de klas was Nederlands hervormd, Gereformeerd, Gereformeerd Vrijgemaakt, Baptist of Heiden. 


Met heidenen had ik te doen, want zij kwamen in de hel, dat wist ik zeker, zij geloofden niks. En als je nergens in geloofde liep het slecht met je af. Dat katholiek zijn vreemd was dat had ik inmiddels wel begrepen. Er was geen enkel ander geloof met mannen in jurken. Wij waren apart en als je apart bent, dan ben je op schoolplein de pisang. In de kerk werd ik niet gepest, daar mocht ik voorlezen en op het orgel spelen. Daar was het, hoewel het vaak saai was altijd hetzelfde en dat gaf me een zekere rust. In de rust en de verveling kon ik wegdromen.


Ik droomde maar graag over een andere wereld. De wereld waarin ik leefde was hard en saai. Bovendien hoor ik er niet bij. De enige keer dat ik echt bijhoorde was toen er in de bibliotheek een leeswedstrijd werd georganiseerd. De Drentse Top 5 en mij werd gevraagd of ik vijf boeken wilde lezen en daar iets over zou vinden. Ik moest iets doen wat belangrijk was, ik zat in de jury. Ik was iemand geworden. 


Het moet Saskia zijn opgevallen dat ik in de jury zat. Mijn spreekbeurt in groep 7 ging over de bibliotheek. Ik was met Saskia de enige in de klas die boeken las. Saskia zag ik nooit in de bibliotheek. Haar moeder kocht haar boeken in Emmen, bij Vermeer. 


Veel boeken waren niet er voor meisjes, de meeste hadden een jongen in de hoofdrol. In de kerk hadden de jongens ook de hoofdrol. Het ging altijd over Jezus, die zo vreselijk slachtoffer was geworden van het leven dat hij de rest van de tijd aan het kruis hing. Saaie pief, zo eindig je dus als je goeie bedoelingen hebt met de wereld. 


Saskia was nooit saai. Na de zomervakantie had ze verhalen over de reis die ze had gemaakt naar Bali, terwijl wij weer met met de caravan naar de Achterhoek waren geweest. Ik had bootje gevaren en geprobeerd een haventje te bouwen met boomstammen. Ik was niet ontevreden over het eindresultaat. Van onze vakantie had ik 24 foto's, waarvan de helft scheef of mislukt. Saskia had dia's en in de eerste week na de vakantie ging ik bij haar langs om de dia's te bekijken. 


In haar slaapkamer had ze een projectiescherm en een apparaat die als Saskia op het knopje drukte een nieuwe dia tevoorschijn toverde. Als zij een nieuwe dia tevoorschijn toverde, intrigeerde het geluid van het apparaat me steeds opnieuw. Haar handen op het knopje van het apparaat nog meer. Haar nagels waren perfect rond, ze beet ook geen nagels zoals ik, en haar huid was zo zacht als van een baby. Ik wilde haar handen aanraken, maar het enige waartoe ik in staat was, was twijfelen of zij dat ook wilde.




Hoofdstuk drie


Meisjes raken geen andere meisjes aan, waar mijn behoefte vandaan kwam om Saskia aan te raken, begreep ik niet. In boeken kon ik er ook niets over lezen en aan mijn moeder durfde ik het niet te vragen. Ik begreep er niet veel van, maar constateerde dat wat ik mooi vond, daar heel dichtbij wilde zijn. 


Saskia was altijd in m'n gedachten. Ook op de ochtend van 20 maart 1987. Toen in mn bed lag en het gevoel had dat ik naar de wc moest, terwijl dat niet zo was. Het  brandde alleen ineens heel erg van onderen. Ik voelde er voorzichtig aan met m'n handen, waardoor het nog branderiger voelde. Nee het was niet pijnlijk, maar heel warm. Ik schrok. Hoe kon zoiets fijns nu wegkomen van een plek waar ook door plaste? En hoe kon het dat ik als ik aan Saskia dacht, dat gevoel als schokgolven door me heen ging. In de boeken van de bibliotheek vond ik geen antwoorden.



Hoofdstuk vier


Ik liep rond met een geheim. De volgende dag in de klas was ik bang dat ik betrapt zou worden op dit geheim. Het zou een extra reden kunnen zijn om mij te pesten, dus hield ik me stil. 


Over een paar weken zou de paus naar Nederland komen en daar had ik nu mijn handen al vol genoeg aan. Op de televisie hadden Harry Vermeegen en Henk Spaan een parodie gemaakt. Popi Jopi, en op het schoolplein plukte ik daar de vruchten van. Ze trokken aan m'n haren en duwde me tegen het hek. Dat is de prijs die je betaald als je een lelijk meisje bent en katholiek. Na schooltijd wist ik niet hoe snel ik thuis moest komen, en daar bleef mijn moeder dan maar bestrijden dat ik lelijk was, en vooral dat het daar vooral ook niet om ging. Maar als ik in de spiegel keek, haatte ik mezelf. 


Het was m'n eigen schuld. Dat ik tot mijn 10e had zitten duimen was mijn gebit volledig scheef geraakt. Wist ik veel dat door het duimen ik in contact bleef maken met m'n onderbuik, en dat juist het samentrekken van mijn vaginaspieren zo fijn was. 


Op je 10e nog duimen dat kon niet, zeiden ze, en in twee weken met een dubbeltje per dag als beloning was ik er snel van af. Logisch. Volgens mijn vader was ik gek op geld, maar de waarheid was dat ik weg wilde uit de armoede. En ik wilde ouders die ook naar Bali gingen in de zomer, en net zo mooi zijn als Saskia. 



Hoofdstuk vijf


Jongens waren er nooit mee bezig of ze mooi waren. Dat was voor hen niet belangrijk. Bij de jongens ging het erom wie in het hoogste voetbalelftal zou spelen. Als je in het hoogste elftal speelde, had je kans om gezien te worden door een scout van een voetbalclub, en had je kans om voetballer te worden bij Ajax of FC Groningen. Dan kon je weg uit de Veenkolonieën. Ik kon me niet voortstellen dat mensen hier altijd wilden blijven. 


De jongens speelden altijd buiten voetbal. Ik wilde een jongen zijn en goed kunnen voetballen, maar beiden gingen voor mij niet op. Meisjes voetbalden niet. Mijn vader kon dus nooit bij me komen kijken. 


Ik moest op een andere manier indruk maken om aandacht van hem te krijgen, en dat deed ik met mijn rapport. Als ik goed m'n best zou doen op school, zou ik hoge cijfers halen, en als ik hoge cijfers zou halen, zou hij trots zijn. 


Meisjes kunnen studeren, een boek oordeelt bovendien niet over hoe mooi of hoe lelijk je bent. Op school ging m'n best doen vanzelf, ik was een leergierig kind, zo had de meester bij de rapportbespreking tegen mijn moeder gezegd. 


Als ik klaar was met m'n taakjes, hielp ik mijn klasgenoten. Wat betekende dat ik vaak m'n klasgenoten aan het helpen was omdat ik vaak als eerste klaar was. Soms mocht ik dan ook tekenen. Mijn tekenschrift stond vol met tekeningen. Ik vond tekenen veel leuker, dan andere kinderen helpen. 



Hoofdstuk zes


Het werd als een deugd beschouwd, anderen te helpen. En als meisje werd je d'r extra om geprezen. Je zou er een goede moeder van worden later. 


Zelf was ik er helemaal niet bezig om moeder te worden. Ik wilde de wereld in, naar Bali, en misschien was er nog wel veel meer dan Bali. Ik had ook al eens mensen gehoord over Suriname. In Suriname, wonende donkere mensen, die waren anders dan wij. In de Veenkoloniën woonde ze niet, behalve Silas die als kind was geadopteerd. Surinamers leefden midden in de bossen, in oerwouden en ze waren er arm, maar anders arm dan wij. 


Dat had Saskia mij verteld. Ze had er drie jaar gewoond met haar ouders toen haar vader bij Shell werkte. In Suriname was het altijd mooi weer, en de wind waaide er niet zo hard als hier over landerijen. Maar Saskia had daar geen fiets, dus ze kon er ook geen last van hebben. 



Hoofdstuk zeven


Het dorp waar ik geboren ben is nog niet zo oud. Zo'n 150 jaar wonen er nu mensen in dit gekoloniseerde gebied. Er zijn twee rechte wegen die 15 km lang zijn. Het Noorderdiep en het Zuiderdiep. Wij wonen aan het Zuiderdiep. 


Als ik over de vlakte kijk naar rechts zie ik de stad. Emmen. De woontoren van Emmerhout is het bewijs dat Emmen een stad is. Met Oud & Nieuw kan ik het vuurwerk zien van Ter Apel, Nieuw-Weerdinge, Weerdinge en Emmerhout. Dat is heel fijn, want wij hebben zelf geen geld voor vuurwerk. 


Saskia woont aan het Noorderdiep. Als ze vanuit haar slaapkamerraam naar links kijkt, ziet ze de Hondsrug liggen en als ze naar rechts kijkt, ziet ze een kilometer verderop de boerderij van loonbedrijf Popping. 


In dat huis mag ik niet komen, mijn moeder zegt dat meneer Popping zijn handen niet thuis kan houden en dat hij zijn zonen en dochter slaat. Als ik naar Saskia toe fiets, fiets ik bij de boerderij van Popping altijd harder door, omdat ik een beetje bang ben voor meneer Popping. 


Er zijn meer plekken in de buurt waar ik altijd een beetje harder doorfietst of doorloop. In een aantal huizen tussen mij en de bibliotheek wonen klierjongens. Die roepen naar me dat ze me in elkaar gaan slaan. 


Er zijn ook huizen met kliermeisjes, maar die zijn verder weg. Die zitten op een andere school, in hogere klassen en hebben laatst m'n nichtje in elkaar geslagen. Haar fiets was helemaal stuk en haar knie zat vol schaafwonden. Ze had ook een blauwe plek op de arm. De dokter zei dat het niet ernstig was. 


Mijn nichtje was Baptist, maar volgens mij was dat niet de reden waarom zij in elkaar geslagen is. Ik vind haar ook niet lelijk. Dus ik begrijp het niet zo goed. Ik ben er wel bang van geworden.  



Hoofdstuk negen 


Ik hoor nergens bij, behalve bij de katholieken en daarom ga ik op m'n 13e naar dekatholieke middelbare school. In Emmen. Saskia gaat ook naar Emmen naar de middelbare, maar zijgaatnaardechristelijke middelbare school. Ik scoor uitstekend op de CITO toets, maar de meester twijfelt of ik wel genoeg zelfvertrouwen heb voor de havo. Hij is de meester, hij zal het wel wetenzegtmijnvader. Net als de rest van de klas ga ik naar de mavo, behalve Saskia, zij gaat als enige naar havo/vwo. 


Op de mavo haal ik goede cijfers, en er wordt door de leerkrachten openlijk getwijfeld of ik toch niet naar de havo kan. De twijfel is mijn eigen schuld. De docenten hebben een gebrek aan zelfvertrouwen bij me gezien, en daarom moet ik op faalangstcursus. Elke dinsdagmiddag zit ik met andere pubers in een lokaal en we moeten oefeningen doen om ons zelfvertrouwen op te vijzelen. 


We moeten heen en weer lopen in het lokaal en elkaar in de ogen kijken. Ik kijk niet graag in de ogen van een ander. Ik raak ervan in de war. Het trekt me bij mezelf vandaan. Mijn zelfvertrouwen neemt niet toe door de cursus, en in overleg met mijn moeder wordt besloten dat ik niet naar de havo ga.


Elke dag fiets ik nu van Valthermond naar Emmen, en terug. Alleen. Het enige gezelschap dat ik heb, zijn mijn cassettebandjes waarin ik muziek heb opgenomen van de radio. Op de middelbare school is niemand zo katholiek, als toen ik twaalf was. 


Na de mavo slaag ik ook voor de havo, weer met te hoge cijfers. 



Hoofdstuk tien


Op mijn 18e hoor ik nog steeds nergens bij, schaam ik me nog steeds voor mezelf, en heb ik nog steeds weinig zelfvertrouwen. Maar er is een ding wat ik goed kan, dat is leren. Ik vlucht naar Groningen, waar ik weer verliefd wordt op de wereld. 


Saskia heb ik al een paar jaar niet gezien. Als ik haar op het station van Emmen tegenkom vraag wat haar plannen zijn. Ze zegt dat ze zwanger is. Ik weet niet of ik haar moet feliciteren. Ik zeg 'oh wat erg.' 'Het is zoals het is,' zegt ze. Lijn 77 rijdt voor, we stappen in, Saskia gaat bij haar klasgenoten zitten.


In de bus bedenk ik me dat zij al geneukt heeft, anders kan je niet zwanger raken. Ze heeft nog steeds die schitterende blauwe ogen, haar haren zijn nu langer, maar nog even rood als toen ik haar voor het eerst zag in groep zeven. Aantrekkingskracht manifesteert zich buiten de tijd. De tien jaren dat ik haar niet meer zag zijn voorbij gevlogen. 


Ik wilde haar nog net zo graag aanraken als toen ze voor me stond en op haar slaapkamer haar nieuwe jurkje toonde. Ik zat op haar bed. Haar bruine corderoybroek lag op de grond. Door haar onderbroek met kleine roze streepjes zag ik haar plasser. Haar navel iets dieper in de buik. Haar borsten waren begonnen met groeien. Ik wilde m'n tong tegen haar plasser duwen. Haar proeven. Ik duwde mijn gedachten weg en zei dat haar jurkje haar prachtig stond. In de bus duw ik de gedachten weg dat zij zwanger is. 


Op de middelbare heb ik niet zoveel geleerd, ben ik niet van faalangst afgekomen, en heb ik de kunst van het ontkennen en onderdrukken van mijn eigen behoeftes en gevoel verder ontwikkeld. Ik zou gaan doen, wat van mij verwacht werd. Carriere maken. 


Hoofdstuk elf


Naar de hoeren gaan en porno kijken dat vinden mijn klasgenoten op de heao het allerleukste om te doen. Mannen. Hun vriendinnen mogen dat niet weten. Ze vinden het maar raar dat ik geen porno wil kijken. Ik ga ook niet mee naar de hoeren. 


Mijn klasgenoten wilden carrière maken bij accountantskantoren, hogerop komen in het bedrijfsleven. Op school word me verteld dat het dan normaal is dat je dan 80 uur per week werkt. Om je frustraties te lozen, en een voorbeeldig echtgenoot te zijn, is het dan normaal om naar de hoeren te gaan, zo begrijp ik in de wandelgangen. Het bedrijfsleven is een wereld voor mannen, in die wereld is geen plek voor vrouwen. Voor hen is geen wijf te koop om de stress in te spuiten. 


Ik slikte ze maar door, terwijl Saskia ondertussen met haar vriend heel gelukkig haar kind opvoedde. 



Hoofdstuk twaalf


Toen ik 48 was, ontving ik een brief van Saskia. Ze schreef me met de vraag of we elkaar weer zouden kunnen zien. Ik stemde toe. 


We spraken af in Emmen. Ik vertelde haar dat het niet was gelukt in de liefde. Ik was wel vaak verliefd, en soms ook van de één op de andere dag. Ik vertelde haar dat ik dagen kon dromen van iemand. Meestal eentje die niet goed voor me was, waarvan ik hoopte dat het een vriend zou zijn, maar die, als ik te dichtbij kwam wegliep.  Ik vertelde haar over m'n twijfels of ik ooit nog weer iemand zou ontmoeten die niet weg zou rennen, of onder de plak van z'n vriendin mij in de steek zou laten, of me in bezit wilde nemen, om me vervolgens als een pop te behandelen. 


Saskia vertelde over het huwelijk van haar ouders dat op de klippen was gelopen. Haar vader, en de hoeren. Dat hij haar moeder had geslagen. Dat ze blij was dat haar moeder nu vrij kon zijn. Ze had nog steeds die mooie fonkelende blauwe ogen. Ik voelde me nog steeds net zo opgewonden als op de eerste dag dat ik haar in de klas zag. Die blik in haar ogen toen ze voor het eerst op het schoolplein voor m'n klasgenoten ging staan om mij te beschermen. 


Ik nam een slok van m'n thee, vroeg haar hoe het was, het moederschap. 'Het is loodzwaar,' zei ze, 'ik heb me erin vergist, mijn vriend is voor de bevalling bij me weggegaan. Ik voed m'n kind alleen op. Mijn ouders schamen zich voor mij.' 


Ik keek op, nam nog een slok en dacht: 'Hoe kun je je schamen voor je dochter, als ze zo mooi is?' 'Het hoort niet,' zegt ze, 'Hoe het hoort, daar gaat het om bij mijn ouders.' Ik zeg haar dat ik nog steeds niet weet hoe het hoort.


'Ik heb vaak aan je gedacht,' zegt Saskia, 'over hoe vrij jij bent, dat je kunstenaar bent geworden, dat past je veel beter dan leven in het bedrijfsleven. Ik knik. Ik vertel haar dat ik altijd verliefd op haar ben geweest. 


Ik gooi het er uit voordat de schaamte mijn mond snoert. Misschien ben ik te direct, dat heeft me veel vriendschappen gekost. Als ik voor mezelf op kom, blijf ik vaak alleen achter. 'We zijn uiteindelijk allemaal alleen,' zegt Saskia. Ze slaat haar arm om me heen. Geeft me een kus op m'n wang. Ik word er verlegen van. 'Niet wegduiken,' zegt ze, 'niet weer.' 


'Niets is zo ingewikkeld als dit,' zeg ik haar. 'Ik snap niet hoe andere mensen dat doen. Sommige vrouwen en mannen stappen van de ene bij een ander in bed, maar ik kan dat niet. Het duurt bij mij lang voordat ik me vertrouwd voel bij iemand. Alleen ben ik gewoon veel gelukkiger. Ik durf ook geen initiatief te nemen, bang om afgewezen te worden. Het zal wel met faalangst te maken hebben.' 


Saskia lacht. Bij haar voel ik me anders, bij haar heb ik altijd het idee dat we verder gaan waar we begonnen zijn. Dat ik me niet hoef te schamen voor wat ik voel. We zwijgen nog even, en daarna brengt ze me naar thuis. 


's Nachts blijft ze bij me slapen. Ze heeft toegezegd nooit meer weg te gaan en ik? Ik geloof haar. 

tagPlaceholderTags:

Nieuwsbrief

Wil je m'n nieuwsbrief ontvangen? Kan! Vul je naam & mailadres in:

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.


Niks zonder toestemming kopiëren of gebruiken, dank u
Inloggen Uitloggen | Bewerken
  • Thuis & Agenda
  • D' Oale Folklaidjes
  • Webshop
  • Silvia
  • Schrijverij
  • Schilderwerk
  • The String Beans
  • Naar boven scrollen
Sluiten