(I Just) Died in your arms


Hij zit hier net als ik al een tijdje. Op het terras in dit heerlijke oude dorpje in Zuid Franrijk. De zon schijnt uitbundig. Hier zitten altijd mensen, ze lijken elkaar allemaal ook te kennen. Hij zit alleen aan tafeltje. Hij kijkt steeds op zijn horloge. Hij wacht op haar, maar ze komt maar niet. Hij kan het nog niet geloven en wrijft zijn handen over het gezicht. Ze had gezegd dat ze misschien zou komen. Drie dagen geleden. 


Hij bestelt wijn, voor zichzelf. Of zou zij zometeen liever bier willen? Hij paste zich graag aan haar aan. Ze had geappt dat ze hem aardig vond? Toch. Een week geleden. Of had hij het niet goed gelezen. Het was dit terras waar ze graag zat, had ze geschreven. Hij roept de serveerster nog maar een keer. Nog een witte wijn. Hij kijkt op z'n telefoon. Ze is wat laat zeker. Hij legt zijn pet naast zich neer en neemt nog een slok. Had hij de signalen gemist in de app? 


Hij kijkt nog een keer op z'n telefoon. Woensdag 18 uur, en als het klikte, samen eten. Zo had hij het voorgesteld. 'Leuk idee' had ze geappt, daarna niks meer. Had hij het niet goed gelezen? Hij moest toegeven dat hij veel aan haar had gedacht. Het was lang geleden dat hij dit voelde, hij was toch niet eencellig. Hij zweefde over de wolken en was na jaren weer eens niet zo stellig. Vrouwen waren niet toch zo gemeen voor zijn hart. Althans niet allemaal. 


Ze zou wat later komen, dat moest het zijn. Kon gebeuren. Hij bestelde nog een wijn, en wreef zich in z'n oog. Het was inmiddels 19.30 uur. Samen eten kon nog. Ze zou wel iets belangrijks tussendoor hebben. Iets met spoed. Ze was tenslotte arts, met bereikbaarheidsdienst. 


Voorzichtig schreef hij met zijn wijsvinger een bericht op z'n telefoon. Nu maar wachten. Het geluid van z'n telefoon stond toch aan. Hij keek naar links en rechts de straat in. Nee, ze waa geen velden of wegen te bekennen. Nog niet. Nog een wijntje dan maar. Hij staarde voor zich uit. Nog geen reactie. Hoelang moet je op iemand wachten? Wat is redelijk? Wanneer mag je ongerust of boos worden? Het was inmiddels al 21 uur. Hij stond op. Hij moet toch wat eten. Na vijf wijntjes. Het was een warme dag. 


Het opstaan ging duidelijk te snel. De wereld draaide ineens om hem heen, hij zette het ene been scheef voor de ander, probeert het tafeltje te grijpen met zijn linkerhand, maar valt. Zijn hoofd tikt nog net even tegen de rand van de tafel. Pok. 


Ik zie het in een oogwenk gebeuren en schrik, anderen op het terras ook. De tijd lijkt ineens langzamer te gaan. Wat zo belangrijk was in het gesprek naast me, wordt vergeten. Iedereen staat op, sommigen staan snel op, en gaan in een kring om de man heen. De serveerster van cafe ziet het ook, loopt gauw naar de man op de grijze keien. Zijn petje ligt naast hem. Het ziet er niet goed uit. 


De serveerster tikt hem op de wangen. 'Monsieur?!' Hij laat zijn hoofd liggen, en zegt dat het wel gaat. De vrouw roept naar binnen dat de dorpsdokter moet komen. De man blijft intussen op de grond liggen. Ik zie wat bloed. Hij murmelt wat en valt dan plots weg. Ik zie dat een van de omstanders bij de serveerster en de man gaat zitten. Het ziet er toch wel heftig uit dit. De man stroomt zijn mouwen op, en begint met reanimeren. Ik kijk het van een afstandje aan. De liggende man geeft geen reactie en raakt blijkbaar verder weg. Mensen slaan de hand voor de mond, houden elkaar en vast. Ik voel me ongemakkelijk en machteloos. Moet ik weglopen? 


De dokter is er gelukkig snel, binnen een paar minuten. Al lijkt het veel langer te duren. De mensen gaan voor haar aan de kant. Ze zet haar tas naast de man, buigt zich naar de man, vraagt even kort aan de mensen die aan het reanimeren zijn hoe ver ze zijn. Dan neemt ze het over. Ze luistert naar zijn adem, voelt zijn pols. Geen reactie. Ze neemt hem in zijn armen, de man beweegt niet meer. Ze kijkt naar hem, en dan herinnert ze hem weer van de dating app, en plots de door haar zo hopeloos vergeten afspraak...