Er was eens een jongeman, die woonde hier ergens heel ver vandaan. De jongeman had een oudere broer, een motor en veel vriendinnen. Op een dag zou de jongeman op appèl van zijn ouders
trouwen.
Een week voordat hij met zijn aanstaande vrouw naar het gemeentehuis zou gaan, stond er in de ochtend een jonge vrouw aan de deur. De vader van de jongeman deed open en zag een zwangere vrouw staan. Het liep tegen kerst, de man was goedgelovig en liet haar binnen. Hij schonk thee in en luisterde naar de vrouw, die een vriendin van de jongste zoon bleek. De vrouw vertelde de oude man dat ze zwanger was van zijn jongste zoon. De oude man schrok en raakte in shock. Zijn jongste zoon, die een losbandig leven leidde had de familie eer aangetast. Het wist niet veel, maar het stond voor hem vast dat niemand in het dorp dit te weten mocht komen.
De volgende dag riep de oude man daarom naar oud gebruik zijn oudste zoon bij zich. En gaf gelijk de stamvaders van Israël zijn oudste zoon opdracht te trouwen met de buitenechtelijke vrouw van zijn jongste zoon. De oudste zoon die zijn ouders altijd op een voetstuk had gezet, dacht even na, keek naar het vuur in de kachel en weigerde de taak die zijn vader hem had gegeven te vervullen. De oudste zoon verkoos zijn vrijheid boven zijn familie. Hij wilde bovendien trouwen met een prinses die hij had ontmoet aan de andere kant van het spoor. De oude man had echter geen oog voor de schoonheid van deze mooie prinses, en werd radeloos van zijn antwoord. Hij schaamde zich diep voor zijn roekeloze jongste zoon.
Nu zijn oudste zoon weigerde zijn opdracht te vervullen kon niemand behalve god de oude man nog redden. Hij trok zich daarop terug in zijn huis, bad meerdere malen per dag tot zijn god, opdat zijn zonen zich zouden bekeren naar een vroom christelijk leven. Ondertussen verloofde de oudste zoon zich, zonder toestemming van zijn vader, met de prinses. De schone vrouw van de andere kant van het spoor.
De jongste zoon trouwde niet veel later met de vrouw die hij aan zijn ouders als zijn verloofde had voorgesteld. Hij verzweeg aan haar dat hij een kind had bij een ander, en bleef een losbandig leven leiden.
Zeven weken daarna reed zoals door de engelen voorspeld de jongste zoon oerend hard op zijn motor, vloog uit de bocht en overleed.
En zo verloor de oude man, niet alleen zijn oudste maar ook zijn jongste zoon.
Het is lang geleden en hier ver vandaan gebeurd, maar volgens de overlevering heeft de oude man tot op de dag van vandaag spijt, gelooft hij inmiddels ook niet meer zo in zijn god en mediteert hij daarom dagelijks bij de kachel heel mindfull om vergiffenis bij Maria. De oudste zoon leefde overigens nog lang en gelukkig met zijn mooie prinses van achter het spoor. Ze kregen twee kinderen; een zoon en een dochter.