Alleen



Hij is 93 geworden. Ze waren 70 jaar samen. Kinderen hadden ze niet. Nu moet zij de uitvaart regelen. Ik haal haar op van haar huis en breng haar naar het centrum waar hij ligt opgebaard. Ze is alleen. Ze konden niet meer samenwonen. De laatste jaren was hij dement. Ze brengt wat spullen. 

Vannacht heeft ze niet zo goed geslapen, zegt ze terloops als ze instapt. Na 10 minuten in de taxi zet ik haar af bij een adres waar geen balie is. Dat betekent dat ze niet wordt opgevangen door personeel. 

In en uit de taxi stappen gaat moeizaam. Ze weet niet precies waar ze moet zijn. Er is geen mens te zien hier. Lopen kan ze wel, maar na een paar meter moet ze even stoppen. Dan houdt ze haar rollator stevig vast. Ze kijkt wat verward om zich heen. 

Ik heb geduld, maar moet ook door, het is een drukke dag vandaag. Het regent bovendien. Haar broze hand gaat naar een deurbel. Zelden zag ik iemand zo gebroken. 'Het gaat wel zo,' zegt ze als ik vraag of ze het redt. In mijn hoofd hoor ik vragen of er iemand is die haar opvangt als ze even wil praten over wat ze nu meemaakt. 

Ik rijd weg en zie in een flits ons huidige zorgstelsel aan me voorbij trekken. Aan alles is gedacht. Beleid. Levensverlengde maatregelen. Privacy richtlijnen. Procedures. Verantwoording. We zijn in onze goedbedoelde vooruitgang alleen de menselijke nabijheid vergeten...