'Ik ben een spin,' zei de spin. 'Zorgvuldig heb ik mijn web gesponnen en vlieg, jij bent er in gevlogen. Welkom! Wat ben je mooi! Jij bent heel belangrijk voor mij vlieg. Je geeft mij bestaansrecht. Ja, het voortbestaan van mijn soort is van jou afhankelijk.
Je kunt jezelf nu wel klein maken of protesteren, maar zonder mijn hulp kom je niet meer verder. Als je dat wel doet maak je mij boos. Boos omdat je mij niet ziet en meer aandacht wilt dan ik van jou krijg, en dat terwijl ik hier toch zo zichtbaar in dit web aanwezig ben. Kijk naar mij. Ik zit heel duidelijk in het midden. Zie je mij niet? Mijn draden houden je stevig vast.
Later pak ik je verder in. Werk maar mee, als je doet wat ik zeg doet het minder pijn. Stel maar geen vragen, dat doe ik ook niet.
Als je straks van de schrik bekomen bent ga ik je eerst een tijdje negeren. Dan zul je voelen wat het met mij doet dat je mij geen aandacht geeft, en dan zul je merken dat je mij nodig hebt. Vlieg, ik heb een tragisch bericht: 'Je zult langzaam sterven en je net zo alleen voelen als ik.' Ik, die dit web zo zorgvuldig heeft gebouwd. In die toestand zul je zien dat mijn draden zich aan jou hebben gekleefd. Ik weet dat. Ik heb geduld met jou. Ik ken jouw soort en heb jou ook een tijdje geobserveerd.
In dit fraaie web van mij kun jij niet zonder mij. Je hebt niemand anders meer en ik ben sterker dan jij. Straks zul jij ook zien dat ik het ben die jou komt bevrijden. Soort van. Je kunt nooit meer om mij heen. Ik heb jou gevangen vlieg. Jij bent van mij. Over een tijdje als je aandacht gaat lopen trekken omdat je toch uit mijn web wilt, slaat bij mij de boosheid en de honger echt toe. Ik wil geen vlees, maar jij bent het enige wat er hier dan is voor mij. Woedend kom ik dan dichterbij, en als niemand kijkt vreet ik jou in een keer op. Dan ben je helemaal in mij verdwenen. Eigen domme schuld lelijke vlieg, had je maar niet in mijn web moeten vliegen...'
En zo geschiedde het.
Nadat het was gebeurd voelde de spin zich heus wel even schuldig, omdat hij echt geen vlieg kwaad wilde doen, maar jagen, vangen en opeten zat nu eenmaal in de aard van het beestje...