Als het windstil is
kijkt de nacht naar de dag
Kijk me aan zegt de nacht
Er kan niets verkeerd gaan
De dag merkt hem langzaam op
Ze wordt warm en wil wegduiken
zich kleiner maken
Maar ze kan nergens heen
Zijn licht is op haar gericht
Wat ben je mooi zegt de nacht
Er is geen ontkomen aan
Ze zoekt naar de plek
waar het ijs breken kan
tastend langs het water
is de hitte al om haar heen
Een smekend roepen op dit uur
Blus dit verschroeiend vuur
De nacht blijft kijken
Haar sappen stromen
Het smeltwater klettert van de bergen
Het dal stroomt weer vol
Het vuur stuwt naar omhoog
Het water klotst over de oevers
De hitte giert door de vallei
De wind trekt aan
Langzaam door de wolken
langs de sterren en weer terug
Daar ontspringt de bron
En brandt een onblusbaar vuur
Hier ziet hij haar glorie stralen
in dit kleine uur
Er is niemand die het hoorde
niemand die het zag
maar zo begon
Tegen de morgen
een nieuwe dag