Gevaarlijk Terrein



Toen ik een jaar of 16 was, wilde ik naar Amsterdam. Leek me mooi toe, de grote stad. Daar gebeurde wat. Wat precies, weet ik niet maar het lonkte naar me. 


Ik mocht er niet heen, te gevaarlijk voor een meid uit de Drentse veenkolonieën. Nog gevaarlijker dacht ik? Want wat gevaarlijk was kende ik al van de straat, in Valthermond. Zo was er een tijd dat ik niet alleen naar basisschool durfde te fietsen vanwege klierjongens. Mijn angst was in een periode zo groot, dat mijn moeder me wel eens halverwege kwam ophalen. Vet schamen, want ik ging al bijna naar de middelbare. Soms stonden ze met twee of drie. Met die dreigende blik in hun ogen. Dan was ik blij dat er die dag niks gebeurde. Ze hadden een reputatie hoog te houden. 


Langs het huis van eén van die jongens moest ik als ik naar de bibliotheek wilde. Hij had mij al regelmatig gewaarschuwd; als hij mij te pakken zou krijgen dat was ik aan de beurt. Dus als ik door het straatje waar hij woonde was slaakte ik altijd een zucht van verlichting. Dan was ik veilig, tenzij ze met z'n 3-en buiten bij de bibliotheek rondhingen. Dan fietste ik gauw weer terug naar huis, zonder nieuwe boeken. Ik leerde daardoor snel fietsen, dan konden ze mij niet pakken. 


Onveilig was het ook op het schoolplein, alwaar ik werd gepest. Ik kwam dikwijls verdrietig thuis, dan hadden ze me uitgesloten of hadden ze om niks lelijk gedaan. En dan was er nog een stel meiden die een paar jaar ouder waren dan ik, die het wel eens op dorpgenotes hadden gemunt, en die kreeg dan klappen. Ik vond het altijd spannend om die meiden tegen te komen. Er werden ook veel kinderen thuis mishandeld en/of misbruikt, daar mocht ik niet over de vloer komen. Verder was er regelmatig bij ons thuis visite dat net als mijn vader wel een borrel lustte. Dan voelde ik me thuis onveilig. 


Door die onveilige situaties heb ik een paar goeie voelsprieten ontwikkeld, maar ik weet nog steeds niet wat er toen voor mij zo gevaarlijk was aan Amsterdam. Ik voel me er nu zo vrij.