'Waar moet je heen?' zegt een man met een zwaar Noord Hollands accent. Hij heeft me gespot terwijl ik even twijfel of ik links of rechts wil. 'Ik loop dacht ik naar de Albert
Cuyp.' 'O,' zegt hij, 'dat is volgens mij... ' Hij kijkt vertwijfeld, weet het zichtbaar niet en zegt 'Ach wat maakt het uit, we zijn allemaal verdwaald.' Ik lach en zeg 'maar ik heb jou nu in
elk geval gevonden.' Het is er uit voor ik het in de gaten heb. Nou, ik schrik van mezelf, zo ben ik helemaal niet. Zulke dingen duren jaren bij mij. Maar oei oei, wat is hij mooi. Hii straalt er
over en hij heeft zo'n engelachtige gloed om zich heen, en ik weet het nu zeker. Ik heb hem gevonden, DE ware. Hij zegt: 'Gooi alles maar overboord, je leven, je relaties, je
leven, ga met me mee.' Ik sta duidelijk te dromen.
'Waar wil je dan naartoe 'zeg ik, 'je moet de wijn nog uitladen man.' Hij springt even van zijn vrachtwagen af, staat nu vlakbij me, legt zijn hand op mijn schouder, kijkt me zwaar zwoel aan en zegt: 'Ik neem je mee de zee op, daar gooien we ons ego overboord. Doen we al onze kleren uit en bemin ik je tot de ochtend komt en jij ver boven dit stadje uitvliegt.' 'Haha, zeg ik, 'je bent een mooie praatjesmaker. Zoiets bestaat toch niet echt kerel.' Hij lacht.
Het is een koude winterdag, maar ik heb het ineens lekker warm. Dit moet de eerste opvlieger zijn. 'Je komt niet hier vandaan. Je komt uit het oosten.' vervolgt hij. 'Klopt' zeg ik, 'Ik kom uit de buurt van Emmen, uit Dalerveen.' ow, dat ken ik, zegt hij, 'mijn moeder kwam uit Nieuw Weerdinge.'
'Wat doe jij dan hier?' vraag ik. 'Ze werd verliefd op m'n vader toen ze een keer in Mokum was, en toen gooiden ze hun ego's overboord, en negen maanden later was ik er. Wacht even,..' zegt hij, 'ik laad nog even de wijn uit, en dan gaan we samen naar de hemel.' 'Is goed.' zeg ik zonder aarzelen. En terwijl ik nog even op hem sta te wachten, vraag ik me af hoe ik hier nu weer in verzeild geraakt ben. Volgens mij ben ik verdwaald.