'Ik was in mijn leven best wel eens verliefd geweest maar dit sloeg helemaal nergens op.'
We zitten in mijn woonkamer en we kijken naar de regen. Het is al even geleden dat ze me had gevraagd om langs te komen. Ze wilde mij iets vertellen, een oud verhaal. En nu was ik er eigenlijk
wel klaar mee, met dat luisteren naar verhalen van anderen, maar ze bleef aan de telefoon maar aandringen. Ik kon dit niet weigeren. Nu zitten we bij de kachel.
Ik kijk naar het vuurtje dat ik voor ons heb aangemaakt. Ik zwijg, zij praat. Ze komt me over als een dame op leeftijd die allang geen bezoek heeft gehad. 'Het is inmiddels al meer dan 10 jaar geleden, zegt ze,' mijn god wat was ik verliefd, maar hij, hij hield alle contact af. Ik was radeloos. Ik praatte er niet met iemand over wat er met me gebeurde. Toen kon ik het niet en een paar jaar later dacht ik er niet meer aan. Het was ook niet echt iets voor bij een tupperwareparty of een ander feestje.'
Ik vraag de oude vrouw waarom ze nu per sé wel wil praten. Daarop zwijgt ze, en kijkt ze voor zich uit kijkt naar buiten, alsof ze ver terug gaat in haar gedachten en de tijd. 'Wat gebeurde er toen je hart zo doormidden was?' vraag ik. Ze aarzelt even en zegt dan 'ik kon het gewoon niet begrijpen dat hij me niet meer wilde zien. Dat kwam zo plotseling. Van de een op andere dag. Alsof er oorlog in mijn hart kwam en hij ineens dood was.' 'Alsof jou einde der tijden was aangebroken?' vraag ik voorzichtig. Ze knikt. 'Ja zo kun je het wel noemen. Wat een ellende, ik voelde me aan de goden overgeleverd.' 'En wat deden de goden met jouw onvervulde verlangen?' vraag ik voorzichtig.
'Ik moest gaan wandelen, ze stuurden me naar het bos, en ik ben ook veel gaan schilderen. Iemand zei dat ik maar Hooglied moest gaan lezen. Dat bijbelboek, ik vond dat stom, snapte het ook niet, maar dat heeft me al met al wel gered. Daar stond in wat met me gebeurde. Die tekst nam me op sleeptouw. Het overkwam me en ik kon niet meer terug.' Hoezo? vraag ik, 'dat moet je uitleggen.'
Nou, alles werd één. Niet te stoppen en het was ook echt heel eng.' Hoezo? vraag ik. 'Ik was de controle kwijt, zegt ze, alsof iets anders bezit van mij had genomen.' Tegengesteld? vraag ik, 'ik bedoel door je gebroken hart gebeurde er iets engs en moois tegelijk?' 'Ja zo was het,' zegt ze voorzichtig, ze stopt even en zegt dan wat slikkend: 'En hij heeft het nooit geweten.'
'Heb je die man nog wel us weer gezien,' vraag ik na een tijdje. 'Nee, 'zegt ze, 'ik kwam er achter dat hij alleen met jonge vrouwen omging. 'Ach,' toen snapte ik waarom hij mij niet meer wilde zien. Ik was toen 55 jaar. Dat was pijnlijk maar het hielp mij enorm.' 'Hoezo?' vraag ik nieuwsgierig. 'Toen zag ik dat ik me had vergist.'
'En wat als dat na al die jaren tussen hem met die jonge vrouwen niet waar blijkt te zijn geweest?' vraag ik voorzichtig. Ze kijkt op, haar ogen stralen alsof het vuur haar even aansteekt. Ze lacht zachtjes, en zegt: 'haha, nee, ja wat moest ik met hem en hij met mij? Ik had hem kunnen bedanken dat ie zo lomp deed toen, en dat voor het hart dat ie brak, maar wat heeft hij eraan?' Ze haalt haar schouders op.
'Na die hele toestand heb ik trouwens iemand ontmoet die heel goed voor me was. Precies zoals de goden me hadden gezegd. Het is al even geleden, maar als ik met hem in bed lag voelde ik weer diezelfde zevende hemel als waar ik toen ik alleen was, in zat. Ik wist niet dat het tussen mensen ook zo kon bestaan. Ik kon me met hem helemaal laten gaan. Zalig, niet eng en zo echt! En daar was ik toen met die malle verliefdheid niks niet zeker van....' Ik voel wat jaloezie in me opkomen, ondertussen straalt zij helemaal. En ik moet aan beelden van mystica denken, van die plaatjes alsof ze klaarkomen. 'En, zegt ze, 'dat ik dat met een ander zou beleven, dat had ik lang niet gedacht. Ja mevrouw pastoor, 'dat heeft maar kort geduurd, maar daar ben ik God eeuwig dankbaar voor.'
Ik schrik op; het is al even geleden dat iemand mij zo noemde. Pastoor. 'Wat een bijzonder verhaal,' zeg ik haar. 'Ja, zegt ze, 'ik moet het misschien maar eens aan anderen gaan vertellen ook. 'Wat?' vraag ik. 'Nou, dat God echt bestaat.' O zo, 'zeg ik, maar, zeg ik, 'daar ben ik met alle ellende in de wereld, nog niks niet zeker van......'