Geen ego



Ik heb geen ego, zegt ze. Ik kijk op. Ze zit bij me in de klas. Schuinvoor me. Het is al even geleden, maar ik hoor haar weer. 'Ik heb geen ego' ze praat honderuit over wat ze allemaal kan. Wie ze nu al kent. Dat ze op een dag boven dit dorpse leven zal uitstijgen. Dat ze het gaat maken in de wereld. 


Op het schoolplein drommen de jongens om haar heen. Ze lacht elegant, knipoogt links en rechts. Ze wint iedereen om haar vingers. Ja zij gaat het maken, zij heeft geen ego. 


Ik kijk naar haar. Ik blijf hier mijn hele leven wonen. Dat weet ik nu al. Ik ga het niet maken. Ik verbouw hier straks mijn groente en zing een lied op de veranda dat niemand zal horen. 


Gister was ze terug in ons dorp. Ik zag haar lopen, bij de oprit van haar ouders toen ik de hond uitliet. Haar vader is overleden vorige week. Ze zwaaide naar me, alsof we ooit beste vriendinnen waren. We maken een praatje, zoals ik dat vaker doe met m'n buren. Ik heb haar vader ouder zien worden, terwijl zij de wereld overvloog. Van succes naar geluk en weer door naar succes. New York. Berlijn. Parijs. San Francisco. 


Ik kijk naar haar, en ik denk terug aan dat meisje die zo trots op het schoolplein vertelde dat ze het ging maken in de wereld. Ze praat niet meer zoals toen. Haar ogen staan anders. En ik zie haar lippen en wangen, verminkt door de botox. Ze vertelt dat het niet meevalt in de business. Hoe alle aandacht haar teveel werd, hoe het mis ging. Dat de mannen in de wereld nieuwe meisjes hebben omarmd. Jonger. Ze vertelt haar verhaal. Dat het anders is voor vrouwen dan mannen. Dat de lat hoger ligt als je ouder wordt. De eenzame uren in de sportschool. Haar eeuwige dieet, om maar dun te blijven. Hoe hard de wereld is. Dat het vermoeiend is, steeds weer met een lach en lippenstift te moeten leveren. Een beetje beschaamd zegt ze dat ze mensen meestal maar beter op een afstand houdt.


Ik vertel haar dat ik hier altijd ben blijven wonen. Over mijn moestuin en de slakken. Dat ik soms uren met mijn kippen zit te praten. Dat ik me nog nooit heb opgemaakt. Hoe de jongens in het dorp inmiddels dromen van nieuwe meisjes. En de meisjes van nieuwe jongens. Net als toen. 'Er is in mijn wereld weinig tot niets veranderd,' zeg ik, 'ik ben hier mijn hele leven gebleven. Alleen de tijd is verder gegaan.' 'Ja zegt ze, 'luck is voor the happy few.'