Ostara


'Geef je over aan de stroom. Ik zie je bij de rivier.' had hij gezegd. Geen dag. Geen tijdstip. Het universum zou er over beslissen. Het was al even geleden, maar ze zouden elkaar weer zien als de tijd rijp was. Het was vroeg in de lente. Niet te vroeg, zoals eerder. Dit jaar was het anders. De wind stond vaker goed. De sterren beter. Ze keek naar de hemel. Het moment was nu. Ze deed haar klompen om de voeten en vertrok naar het water. Toch wat nerveus. Ze wilde het klein houden en het niet verknallen. Daar was het te kostbaar voor. Niets verwachten. 


Maar stel dat hij nu ook zou komen aanlopen. Wat zou zij dan doen? Verlegen wegrennen? Ze moest voorzichtig zijn. Zich niet verzuipen. Dat hij haar niet vergeten was, dat was een kwestie van geloven. Dat ze hem zou treffen bij het water ook. Bij de rivier gooide ze haar klompen uit en haar kleren aan de kant. Ze had niets te verliezen. Liep naar beneden. Niet nadenken. Het water was nog koud, maar ze hield ervan. Zonder aarzeling dook ze er in. 


Onderwater waren de monsters verdwenen. Het was helderder. Wat geweest was, was geweest. Naakter dan dit kon ze niet zijn. Toen ze weer boven kwam, keek ze op en zag hem even verderop in de rivier naar haar toe komen. Vol vertrouwen.


Het water stroomde. 


En zo begon alles overnieuw.