Bij de kassa



'Ik heb op subtotaal gedrukt, dus het maakt mij niet uit.' Ik sta bij de kassa van de appie. Ik sta hier niet zo vaak. Ik doe doorgaans boodschappen bij een boerderijwinkel, maar nu moest ik even naar de AH. Neerlands trots. Van ons allemaal. Daar sta ik: 'Ik heb geen geld meer op mijn rekening, dus ik moet even wat van mijn spaarrekening afhalen, zeg ik. 'Dat is goed hoor,' zegt ze. 'Waarom zeg je dat dat het jou niet uitmaakt?' vraag ik terloops. Nou, zegt ze, 'ik werk hier nu 20 jaar, maar het werktempo wat ze op het hoofdkantoor verzinnen. Dat gaat nergens over.' 


'De snelheid waarmee we de boodschappen met de klant afrekenen heeft zelfs invloed op ons loon. Maar zolang de kassa op subtotaal staat, loopt de afrekentijd niet.' Ik kijk op. Ze vervolgt met: 'Kijk, alles wordt gemeten. Het past me niet. Maar toe maar, ik kom uit een andere tijd.' 'Ik ook,' zeg ik terwijl ik het opnieuw probeer met betalen. 


Ik zeg: 'Dat is toch wat? Dus wij mogen hier van het hoofdkantoor geen praatje meer maken eigenlijk?' Nee, zegt ze. Dat kost geld.' Hmm. Er schiet door me heen hoe nog niet zo lang geleden de buurtsuper een centrale plek was. Waar je kon uittekenen wie er naartoe ging omdat hij of zij verlegen zat om een praatje. De eenzaamheid verdrijvend. Dat zit er tussen nu en straks niet meer in. 'Volgend jaar ga ik met pensioen,' zegt ze, 'maar goed ook. Ik erger me kapot aan die slavendrijvers. Je kunt er ook niks van zeggen, want dan ben je je baan kwijt.' Ze kijkt me aan alsof ze dat niet had durven of mogen zeggen.


Ze vervolgt met: 'Jonge mensen zijn gewend aan de veranderingen van de afgelopen tijd, maar het wordt zo onpersoonlijk allemaal. Alles moet snel tegenwoordig. Geld. Aandeelhouders. Ik vind er niet veel meer aan.' En als ik om me heen kijk terwijl de pin zegt dat het accoord is, zie ik dat deze buurtsuper net als vele andere inderdaad wordt gerund door jonge mensen. Allemaal rond de 20 jaar. Appie blijft op de kleintjes letten.