Waspoeier



Raar. Ik sta me af te drogen na het douchen en ineens ruik ik in mijn handdoek Carsten terug. Carsten. Goh, die is er dus ook nog. Dat is lang geleden.


Ik was 7 jaar ofzo, en Carsten was mijn tweede grote liefde. Bas was m'n eerste, maar dat was op de kleuterschool. Bas ging verhuizen naar een dorp verderop, dus toen was het over. Carsten kwam van veel verder weg. Van een andere planeet. Uit Berlijn helemaal, en dan een armoedig deel. Hij kwam met een hele groep kinder met de trein aan in Emmen, en bij ons vakantie vieren in de zomer. Die groep ging her en der in deze regio logeren. Bijtanken. En ook een avontuur, denk ik nu. 


Carsten kwam zowat met een lege koffer, en vertrok met een volle. Kleren. Hij was, net als Bas wel een beetje een vreemde vogel volgens mij. Maar goed, ik was dus tot over mijn oren verliefd. Tussen ons was het dan ook dik aan, in mijn beleving. Als hij er was. En in mijn herinnering is hij een paar keer bij ons geweest. Zijn kleding rook anders. Wel fris, maar met andere waspoeier gewassen. Ik vond die geur geweldig. 


Volgens mij hebben we ook wel stiekem aan elkaar gezeten. Ach misschien was ik alleen maar verliefd op die waspoeierlucht van hem, denk ik nu. Verliefd zijn is sowieso iets onbegrijpelijks. Het trekt zich van tijd en ruimte, van nergens niks aan. Van mij ook niet. Ik leer het dus ook niet meer af. Gelukkig maar. Er is ja niks leukers dan vliegen. 


Maar wat dat toen was met Carsten. En wat tijd en ruimte ûberhaupt is. Ik bedoel, dat ik zo'n veertig jaar later mezelf sta af te drogen en hij er ineens weer is? 


Hmm. Ik moet misschien maar eens in de zandbak gaan zitten ook. Een kasteel bouwen, met Bas.