Er zit een kikker in de vijver. Een kikker! Ik weet het zeker. Hij schoot in het water onder de door mij zorgvuldig gestapelde stenen. Vlak voor het ogenblik dat ik bij het water kwam. Kijk! Daar
tussen de plantjes. Daar zat ie. Ik zag zijn pootje nog net verdwijnen. Ja het moet een kikker geweest zijn. Verrukt door de snelle inname van z'n nieuwe stek- zo'n twee weken na de oplevering-
loop ik blij terug naar binnen. Een kikker. Een kikker!
De volgende dag. Ik ga weer kijken. Misschien zit hij nu wel op een steen. Ik sluip er voorzichtig naar mn vijvertje. Ik moet hem niet, zoals gisteren laten schrikken. Straks duikt ie weer weg.
Dat moet ik zien te voorkomen. Als een jagende reiger ga ik nu naar het water. Hmm. Ik kijk rond. Hij is er niet. Ik kijk in de bak. Ik zie hem niet.
Hij is natuurlijk onder het dakpannetje gekropen dat ik onderin had gelegd. De slimmerd. Tevreden kijk ik naar het water. Ik zie dat één van de zuurstofplantjes wel erg rap groeit. Ook richting
de plek waar ik gister de kikker zag verdwijnen. Ik zie het onder de stenen verdwijnen. Ik zal me toch niet hebben vergist? Dat kikkerpootje in mn hoofd dat is echt. Ik weet het zeker.
De volgende dag. Ik ga opnieuw kijken. Ik sluip weer als een reiger dichterbij. Weer niks. De teleurstelling, en opnieuw de twijfel. Zou het dan toch iets anders zijn geweest. Kun je iets zien
louter omdat je het wilt zien? Of neem je enkel waar wat je ooit eerder zag? Het leven in de vijver is een raadsel.
We zijn ondertussen een week verder. Ik kniel vanmorgen opnieuw bij het water. Ik hoop op iets, maar ik weet eigenlijk niet waarom ik de kikker nog een keer wil zien. Hij trekt aan me. De eerste
waterdieren krioelen ondertussen door hun nieuwe leefgebied. Mooi. Het water is helder, ik buig voorover en ik zie mn eigen kop erin. Wat nou zeker weten, zeg ik tegen de kat die bij me komt
staan. Ze drinkt. Voorlopig woont de kikker alleen in mijn hoofd. Ik zie het beest als ik bij het water zit. Ik loop er steeds weer naartoe.