Over twee maand is hij dood. Niet meer te behandelen. Longkanker. Het is vrijdagmiddag 16 uur en hij stapt in mijn taxi. Alleen.
'De dokter heeft het net gezegd. Uitgezaaid. Kijk, ze hebben me een tasje met morfine meegegeven. Rommel is het. En maandag ben ik als eerste aan de beurt, kijken of ze nog wat kunnen doen, zeiden ze zakelijk.'
Hij gaat zitten en kijkt naar buiten. Er is aan de buitenkant niets te zien. Hij ziet er goed uit. Jaar of 55. Mooie bos haar. Bruin gezicht. 'Echt een mooie mannenkop' zou een vriendin van me zeggen. Alleen zijn ogen, daar is iets mee.
'Maandagmiddag gaan ze kijken wat ze nog kunnen doen. Ik mocht niet blijven. Dit weekend moet ik het maar uitzoeken. Man man, mijn lichaam is toch geen machine? Alsof ik een auto ben die niet gerepareerd kan worden. Een nummer.'
Hij draait zijn hoofd naar me om en kijkt me vragend aan. Ik kijk hem aan. We rijden nog maar even niet weg. Hij klaagt over het gebrek aan empathie bij de artsen. 'Koude kille boodschappers.' Hij is boos, verdrietig en bang.
Hij vertelt dat hij alleen woont. Op zichzelf. Vaag en beperkt contact met een paar buurvrouwen. 'Ze hebben me gister al aangeboden me te helpen.' zegt hij. Hij kan niet geloven dat zij dit voor hem willen doen. 'En ik ben net een half jaar gestopt met roken. Het was eindelijk gelukt. Nu dit.... Godverdomme.'
Ik start de auto, en rijd hem naar huis. Onderweg hebben het over wat hij wil gaan doen vandaag, de komende dagen, weken. 'Euthanasie regelen, voor ik hier onderdoor ga. Nog een keer op terras zitten bij de Brasserie. Door het bos lopen. Zonsondergang zien. Zukke dingen.
'Ik wil hier niet onderdoor gaan,' zegt hij nogmaals als we bijna bij zijn huis zijn. 'Dat hoeft ook niet,' zeg ik terwijl ik de motor afzet, 'daar is uw ziel veel te sterk voor.' Hij knikt. Terwijl ik de deur voor hem open doe, wens ik hem liefdevolle aandacht de komende weken. 'Dank u wel,' zegt hij terwijl hij uitstapt met zijn tas vol rommel.
Ik stap weer in, start de auto en rijd weer door. Dat waren weer 15 minuten in mijn leven als taxichauffeur. Wat een baan. Mooie kerel. Ik wil hem niet vergeten.