Thuis heb ik nog een ansichtkaart waarop een kerk een kar met paard, slagerij J. Levinga
Meer kroegen dan kinderen op de fiets
Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets, maar het is waar ik geboren ben
Dit dorp
Ik weet nog hoe het was
Gepest en uitgesloten in de klas
Eenzaam en vaak schreien
Het brughuus met de vijver ervoor
Twee rechte diepen met laantjes tussendoor
De verveling, de boerderijen
En voor het tochtige huis van m'n vader
Zag ik sproeivliegtuigen gaan
Ik was een kind en hoopte op beter
En vurig dit ooit voorbij zou gaan
Wat was het leven onveilig toen
In simp'le huizen tussen plaatsen en weinig groen
Nooit heb ik er een bloem gezien
Er was veel incest, heel verkeerd
En het dorp is nooit echt gemoderniseerd
Ze zijn nauwelijks op de goeie weg
Want ziet, hoe kansloos het leven daar nog is
Met hun gezondheid is van alles mis
Ze wonen in verzakte dozen
Met enkel glas, waarin ze praten bovendien hoe of het gaat met Mien en haar relaties met andere werkelozen
En voor het tochtige huis van m'n vader
Zag ik sproeivliegtuigen gaan
Ik was een kind en hoopte op beter
En vurig dit ooit voorbij zou gaan
De pestkoppen mepte onschuldigen in elkaar
Achtervolgd door brommers, met drank en geheime zendermuziek
Ik weet wel dat is straatrecht
Zo gait dat hier, net wat u zegt
Maar ik zie toch vooral de tragiek
Ik heb hun ouders nog gekend
Ze kochten absint voor een cent
Ik zag hun moeders keihard werken
Dat dorp van toen, het is gelukkig nu voorbij
Wegvluchten is al wat er bleef voor mij
En weinig leuke herinneringen
Toen ik de sproeivliegtuigen nog zag gaan
was ik een kind, wat een geluk dat ik nu kan zeggen, dat dit dorp voor mij voorbij zou gaan