Ik ben nog nooit zo kwaad geweest, maar als blikken konden doden lag mijn vader nu onder de zoden. Het was gisteravond, aan de keukentafel. 'Papa en mama gaan uit elkaar,' zei hij met enige gêne. Ik had het gezamelijk met jullie en haar willen bespreken hoe we bij elkaar zouden kunnen blijven, maar ze was me voor. We hebben ruzie gehad. Nu weet ik het niet meer.'
Iedereen in de keuken viel stil. Mijn oudste zus zat rustig voor me en vroeg na enige tijd naar de oorzaak. Ze oogde zo kalm. Mijn broer en mijn andere zus stonden gespannen tegen de muur. Ik zat in het midden. De avond leek een eeuwigheid te duren. Hij bleef maar zeggen dat hij geen keus had. Hij wekte een diep gevoel van medeleven op dat zich mengde met mijn woede. Nee ik was nog nooit zo kwaad geweest, en voelde hoe mijn wereld door mijn ouders onder me vandaan werd getrokken.
De dag was nog zo goed begonnen, ik had weer plezier in school en iedereen leek bezig weer iets van te maken met het gereedschap dat we hadden, maar in de middag sloeg het weer plots om.
Ik zat buiten in het gras toen mijn moeder aan kwam, met m'n broer aan haar hand. Ze keek somber, had gehuild, dat kon ik zien. En ik zag de teleurstelling in de ogen van m'n broer. Samen stonden ze bij me. 'Ik moet je wat vertellen,' zei ze schamper,' en ze begon weer te huilen.' Ze slikte even en zei toen: 'jullie papa wil me niet meer.' Ik keek naar de grond en werd stil. Mijn hart kromp in mekaar. Ik zag voor me hoe ze samen ons meenamen de wereld in. Papa voorop ons beschermend tegen de wilde dieren in het bos. Had ik het niet goed gezien? Ja mama had wel eens verteld dat ze ruzie hadden gehad, en hoe papa dan tekeer ging tegen haar, maar dan sliep ik altijd al.
Nu zag ik haar hart in twee en was ook alsof ik doormidden werd gezaagd. In een flits. Een flits die een eeuwigheid leek te duren. De tijd was weg en daarin zei ik resoluut: 'Mama als jij weggaat, ga ik met je mee.' Dat deed haar zichtbaar goed. Tegelijk vond ik mezelf een slappeling, dat ik niet eerst het verhaal van mijn vader afwachtte. Ja ik liet terstond mijn vader in de steek en voelde me direct schuldig. Dat zij elkaar niet meer lief vonden, dat had met mij te maken, daar was ik in dit moment van chaos en onredelijkheid zeker van.
Mama had me al die tijd beschermd tegen het kwaad van papa, had ze gezegd. Dat was nodig geweest vond ze, maar het enige kwaad wat ik in papa zag was hoe hij anderen beschadigde in zijn onhandige pogingen om iets van het leven te maken en mij en mijn broer en zussen links liet liggen. Echt interesse had hij nooit getoond, in niemand niet. Hij leefde in zijn eigen wereld. En nee, ze was zeker niet de beste moeder van de wereld, kon heel erg overdreven doen en ik had ook dikwijls ruzie met haar, maar ik zag ook een intelligente, strijdbare en eenzame vrouw en daar had ik nu eenmaal zwak voor.
'Kunnen jullie niet nog us met elkaar praten?' vroeg mijn oudste zus terwijl mijn vader aan de keukentafel zijn hoofd boog. Daarop zweeg hij naar haar, keek mij aan, en ik voelde vuur in mijn ogen. Hij zei: 'jouw boosheid voel ik als een persoonlijke aanval.' Ik zag zijn onmacht, walgde van de meelijwekkende vertoning waar ik aan bloot werd gesteld. Hij had het zo graag anders gewild. Hij was in zoveel dingen in zijn leven al zo hopeloos mislukt, en ook dit leek niet meer goed te komen....